Een cijfer als normering (beoordeling) maakt het mogelijk een gemiddelde te berekenen. Op deze wijze wordt een beeld verkregen hoe gepresteerd wordt over een langere periode of voor meerdere onderdelen.
De norm 1.0 is meestal de norm bij examens en toetsen in o.a. het Middelbaar Onderwijs. Deze norm krijgt in de normering een lagere Normeringsterm (< 1.0), bijvoorbeeld 0.5 of minimaal 0.0 zodra een examen erg makkelijk blijkt te zijn,
Als een examen of toets moeilijker is, dan wordt de Normeringsterm verhoogd (> 1.0), bijvoorbeeld 1.5 of maximaal 2.0.
Normeringen kunnen variëren tussen de 0.0 en de 2.0
Op deze wijze worden de punten meegerekend naar een geldende norm.
welk cijfer heb ik?
Via de cijferrekenaar kun je je punten en cijfer uitrekenen. Je berekend je toets-cijfer of het examencijfer.
Welk cijfer moet ik halen en wanneer ben ik geslaagd?
Je bent geslaagd als al je eindcijfers gemiddeld 6 zijn of hoger.
Let op, er zijn de volgende uitzonderingen:
- Je mag één 5 hebben als al je andere eindcijfers 6 of hoger zijn.
- Je mag één vier hebben, maar dan moeten al je andere eindcijfers 6 of hoger zijn en het gemiddelde van al je eindcijfers ten minste 6,0 zijn.
Deze richtlijnen zijn onder voorbehoud. Het berekenen van een examenpunt via deze site is slechts een richting. De cijfers van de school en leraar zijn altijd leidend.
Onze tool is handig voor docenten en leerlingen bij het nakijken van het cijfer!